Hij is een wriemelaar. Veel beweeglijker dan ik me van Jana kan herinneren. Observeert niet afrwachtend om dan in actie te schieten, maar gaat meteen op ontdekking. Hoe zit het in elkaar? Wat kan ik ermee doen? Maakt het lawaai? Kan ik het naar mij trekken? Kan ik het oppakken? Kan ik het omdraaien? Kan ik er iets in steken? Is het om op te eten? Voortdurend, altijd en overal bezig.
Soms vechten we op het luierkussen met elkaar: wanneer mogelijk doe ik zijn pamper aan terwijl hij op handen en voeten mijn zijn kontje staat te schudden, maar dat lukt niet altijd. Dan lacht ik beslist: Komaan nu! En hou zijn heupjes in een judogreep waaruit hij niet meer kan ontsnappen.
En verder laat ik hem vinnig zijn. Zeker als hij zijn pyjama aanheeft van Tijgetje. Een zacht geval met oortjes in 3D vooraan (de oortje zitten los opgenaaid) en een staartje vanachter.
Dat staartje... Wiebelt lekker op zijn kontje heen en weer wanneer Lukas rondscharrelt. Mijn lief klein dier.